Toestand in de plantage
De bloei van zowel de appelen als de peren loopt dit jaar ongeveer gelijk met het gemiddelde. Toch stellen we vast dat het ritme van de bloei sterk kan verschillen. Een tijd geleden liep de bloei vijf dagen achter op het gemiddelde om een week nadien iets voor te lopen. Het aantal bloembotten bij appel is normaal te noemen. Bij de peren is het aantal bloembotten laag en zeer wisselvallig. Zoals we in een vorige bijdrage reeds stelden zijn het vooral de vorig jaar verhagelde percelen die het zeer slecht doen wat betreft de botvorming.
Er is tot op dit ogenblik (9 april) rekening houdend met de zeer strenge nachtvorst een algemene schade in alle percelen vast te stellen. In de Proeftuin voor Pit- en Steenfruit te Velm ligt deze schade op Jonagold meerjarig hout rond de 45 %. Voor Boskoop stellen we een schade vast rond de 60 %. Bij de Conférence varieert de schade in Velm van 36 % tot 93 %.
U kan met ons vaststellen dat uit deze diverse temperaturen en vaststellingen moeilijk een conclusie af te leiden is. Bij een hoog % schade en weinig bloembotten bij de peren is noodzakelijk en liefst binnen de 24 uur te reageren met gibberelinnen. Vooraleer er verder gesnoeid wordt bij appelen is het van het allergrootste belang om na te gaan hoe groot de vorstschade effectief is.
Bacterievuur en Pseudomonas
Het risico op bacterievuur is op dit ogenblik zeker niet groot omwille van de klimatologische omstandigheden namelijk droog weer en onvoldoende temperatuursaccumulatie. Toch blijft grote waakzaamheid geboden omdat het bacterievuurrisico zich snel kan opbouwen . Voor Pseudomonas infecties is het veel te droog op dit ogenblik en is het infectie risico klein. Let wel op. Dit risico vergroot natuurlijk indien men beregent. Ook hier kan het aangewezen om 2 à 3 pillen te zettten.
Groeiremming op peren
Zonder CCC moeten andere groeiremmende maatregelen genomen worden. Wortelsnoei wordt op dit ogenblik zeker niet geadviseerd en zelfs afgeraden indien men niet in de mogelijkheid verkeert om water te geven. Het inzagen van de bomen raden wij ten stelligste af.
Bemesting
Normaal gezien moest de stikstofbemesting al uitgevoerd zijn. Toch raden wij aan om alsnog een bemesting uit te voeren. Het is nog steeds “beter laat dan nooit”. Daarom wordt in de gevallen waar nog geen stikstofbemesting uitgevoerd is, aangeraden om 30 eenheden snelwerkende meststoffen (kalknitraat) te geven via de grond. Een latere bladbemesting dient enkel als een bijsturing. Ingeval van zware wortelsnoei raden wij aan om met 10 eenheden extra stikstof te geven.
Berijdbaar maken van de grasstroken en wendakkers
In dit kader is het ook belangrijk om naar de drainagetoestand van het perceel te kijken : werkt ze wel; zijn de buizen of grachten niet verstopt; ligt er een drainage en zo neen, moet er geen aangelegd worden; enz.
Wanneer de grasbanen opnieuw aangelegd worden, moet op dat moment ook bijgemest worden met een samengestelde meststof.
Snoeien
Nog heel wat percelen moeten gesnoeid worden. Ook hier is het beter laat dan nooit. Wanneer het rap moet gaan, wordt aangeraden om eerst te sleunen en achteraf terug te keren om het snoeiwerk af te werken (maar dit moet dan ook effectief gedaan worden !).
Bewaring
Op vlak van bewaring stellen we vast dat we te maken krijgen met een zeer snelle afrijping van het fruit.. Streng controleren en kort op de bal spelen is hier de boodschap. Wij raden iedereen aan om zeer regelmatig de frigo’s goed te controleren en cellen waarvan het regime niet op punt gestaan heeft snel te ruimen.
Start spuitseizoen
Dit jaar hebben we te maken met een hoge schurftdruk. In dit verband raden wij aan om een zeer strak (wekelijks) preventief behandelingsschema aan te houden. Het is beter een behandeling te veel te doen dan een te weinig. Hierbij willen we trouwens nogmaals een oproep doen om goed te letten op de toegepaste dosissen waarbij niet alleen het product op zich maar ook de vorm (hoogte)van de bomen als de rijsnelheid moeten in rekening gebracht worden. Toch raden wij aan om de nodige behandeling uit te voeren.
Luc Vanoirbeek
Werkgroep kwaliteit
9/4/1999