Teeltadviezen april

Op vraag van vele lezers van Fruitteelt-nieuws wordt deze rubriek terug opgenomen. Met het onderzoek, de voorlichting en een aantal telers wordt overleg gepleegd omtrent de punten waarvoor de teler in de volgende dagen aandacht moet besteden op zijn bedrijf. Soms zal de natuur sneller zijn dan het drukken van dit blad en kan er soms melding gemaakt worden van teelttips die reeds achterhaald zijn. Graag hiervoor onze excuses. Daarom worden deze teeltadviezen ook weergegeven in de Boer en Tuinder en op de sites www.stugu.be en www.pcfruit.be .

Toestand in de plantage
De lange maar niet al te strenge winter heeft de fenologie 1 maand en 5 dagen achterop gesteld t.o.v. het gemiddelde, en een 10-tal dagen t.o.v. vorig jaar. De evolutie van de knoppen en de bloei zullen dus naar alle waarschijnlijkheid snel gaan. Dit betekent dat naar gewasbescherming toe de spuitintervallen ook kleiner zullen zijn. Zo verwacht men naar schurftontwikkeling een explosie van de ascosporenuitstoting. De behandeling met koper zal dus snel dienen gevolgd te worden met de dodinebespuiting(en).

De bloemknopzetting bij appel blijkt over het algemeen vrij goed mee te vallen en men stelt weinig wisselvallige percelen vast. Bij peren valt vooral de slechte bloemknopkwaliteit op. Het voor de winter zo gevreesde dode knoppenfenomeen werd bewaarheid, stelde Tom Deckers tijdens de gewasbeschermingsavond 2006 (zie Fruitteelt-nieuws nr 6, pagina 22).
Als boosdoener mag vooral de schitterende nazomer naar voor geschoven worden met een dubbel nefast gevolg voor de knoppen:
- een late aantasting van de perenbladvlo, die menig fruitteler verraste tijdens de appeloogst, met uitgezogen knoppen tot gevolg en zelfs bij het aansnijden bruinverkleurend hout onder de bast;
- een veel later in rust gaan van de bomen met als resultaat een latere bladval. Een koperbespuiting in de herfst helpt zeker de afrijping en bevordert de bladval met een positief gevolg naar knopsterfte toe.
Van late stikstofgifte is de negatieve invloed ook gekend. Al is die bemesting tijdig uitgevoerd toch kan na een lange drogere periode, zoals vorig jaar in mei en juni, de naar vruchtontwikkeling toe zo welkome regen in juli, een sterke mineralisatie veroorzaken. De stikstof die dan vrij komt, op het moment dat de groei dient afgesloten te zijn, belemmert dat de bloemknopvorming in rust kan gebeuren.
Ook wordt soms de wortelsnoei als negatief naar voor geschoven maar uit proeven van pcfruit-pps blijkt dat wortelsnoei zeker niet meer dode bloembotten geeft. Irrigatiepercelen blijken ook een gezondere bloemstructuur te vertonen wat begrijpelijk is doordat er in mei en juni zich geen droogtestress manifesteerde.

Bomen planten
Ondanks de droge winter zaten er eind maart, bij rondvraag bij de boomkwekers, nog heel wat bomen in de frigo te wachten op hun nieuwe bestemming. Een reden zou de snoei kunnen zijn die door de late nazomer ook later is gestart. Anderzijds is er ook een tendens om pas te planten wanneer de grond voldoende is opgewarmd. Bij laat planten (april-mei) is het belanrijk dat niet alleen de wortels maar de volledige boom voldoende nat gemaakt worden. Dit kan het best gebeuren door de bomen een volledige nacht in het water te zetten.
Ook mogen er niet al te veel bomen op voorhand uitgelegd worden zodat de sneldrogende voorjaarswind geen kans krijgt op het uitdrogen van de wortels.

Wortelsnoei
Diende dit jaar eind maart te zijn gebeurd. Indien dit nog niet gebeurd is dan kan nu beter gewacht worden tot na de junirui. Op dat moment moet echter verder van de stam gereden worden. Direct na de bloei zou weer een stressmoment kunnen veroorzaken en een te sterke rui induceren.

Bemesting
Half maart was hiervoor het ideale moment. Omwille snoei en opruimen snoeihout is deze misschien nog niet gebeurd doch hier geldt de regel: ‘beter laat dan nooit’. Hier past dan beter een snelwerkende kalknitraat dan een traagwerkende ammoniaknitraat.
Gewortelsnoeide bomen vereisen 10 eenheden /ha boomstrook extra stikstof. Hou er van nu reeds rekening mee dat de oogst in deze percelen, zeker na het 1ste toepassingsjaar, vroeger zal zijn en deze vruchten minder lang bewaarbaar zijn.

Onkruidbestrijding
Een zuivere zwartstrook tijdens de bloei is aan te raden naar nachtvorstvoorkoming toe. Bij de onkruidbestrijding dient er zeker aandacht besteed te worden aan de toepassingmodaliteiten van de middelen volgens het lastenboek. Zo mag Weedazol vanaf dit jaar meerdere malen per jaar toegepast worden met een maximum van 16 l/ha vollevelds (dus delen door 2 of 8 l/ha). Groeistoffen mogen nog maximum 1 maal per jaar en voor de toepassing is een afschermkap verplicht. In proeven van de Dienst Ontwikkeling van de Vlaamse Gemeenschap is gebleken dat als voorjaarsbespuiting een combinatie van Weedazol(ter vervanging van groeistoffen) en glyfosaat zeer doeltreffend is. Alzo blijven de groeistoffen ter beschikking voor de zomer.
Ook voor Gramoxone, Priglone en Reglone (voor wortelopslag) is er een beperking in de toepassingsmogelijkheden in het lastenboek opgenomen.

Bacterievuur
Ook hier zijn er door de lange nazomer vrij veel aantastingen gebeurd die mede door de dan dalende sapstroom een veel diepere infectie in de boom geven dan de zichtbare infectiedelen aantonen. Diep uitsnijden, materiaal ontsmetten en geïnfecteerde delen en bomen vernietigen is de boodschap. Door de diepgaande infectie zijn jonge bomen meestal verloren.
Een late bloei met goed weer zonder nachtvorst, die anders de infectiedruk naar beneden haalt, kan een explosieve uitbreiding tot gevolg hebben.

Bijen
De bijen zitten in een zware crisis. Bij sommige imkers zijn 50 à 60 % van de kasten uitgestorven. De reden is voorlopig nog een raadsel al lijkt de lange winter ook hier zijn sporen nagelaten te hebben. Zorgen voor voldoende bijenvolken per ha zal de boodschap zijn. Indien deze niet voorradig zijn en de huurprijs te hoog oploopt kan het uitzetten van hommelbakjes overwogen worden.

Voor de werkgroep kwaliteit
Eddy Leclere