Teeltadviezen
Donderdag 25 mei 2006 om 22u00, door Eddy Leclere
Toestand in de plantage
Door de snelle bloei is de achterstand door het late voorjaar flink terug ingelopen. Die snelle bloei zou ook wel eens de oorzaak kunnen zijn van een wisselvallige zetting. Vooral bij kersen valt het op en raamt men zelfs een mindere productie van 30%. Het goede weer vanaf 2 à 3 mei is voor vele rassen te laat gekomen doordat de bloei reeds voorbij was.
Bij Jonagold wordt er ook melding gemaakt van een slechte vruchtzetting. Vooral op die percelen die vorig jaar een superoogst kende en daardoor uitputtingsverschijnselen vertoonden. Aanplantingen die vorig jaar een matig oogst hadden stellen zich nu zeer goed aan. Opmerkelijk is het grote verschil in maat tussen het éénjarig en meerjarig hout. Had men meer met vruchtzettende middelen moeten werken? Ook deze hun werking is afhankelijk van de bloeiomstandigheden. Verder zal het afwachten zijn hoe de junirui zal verlopen. Veel stressomstandigheden zoals veel wind, donkere periodes,… kunnen die rui sterk bevorderen.
De vele en sterke wind heeft heel wat schade aan blad maar ook aan jonge scheuten veroorzaakt. Bij peren kan dit zorgen voor het doorschieten van de scheuten tot de welgekende, waardeloze pluimen. Voorlopig kunnen hier weinig acties tegen ondernomen worden. Na de juni-rui zou er bij een mindere zetting en veel windschade een heel ‘voorzichtige’ wortelsnoei met een recht mes en slechts éénzijdig kunnen toegepast worden.
Bewaring peren
De werkgroep vestigt er nogmaals de aandacht op dat gewortelsnoeide bomen zonder bevloeiing gele peren kunnen opleveren. Al zijn er groene peren de frigo ingegaan toch is dit geen garantie om na bewaring geen gele peren te hebben.
In eerste instantie is het vroeger plukken van gewortelsnoeide peren noodzakelijk. Maar vooral het minder lang bewaren (maximum eind januari) kan problemen in de handel voorkomen.
Op dit ogenblik is het vooral belangrijk de stikstofbemesting na te gaan. Als regel wordt gesteld dat gewortelsnoeide percelen een halvering van het aantal wortels hebben en een dubbele stikstofbemesting mogen krijgen. Normale dosissen dus aanvullen met een potasnitraatbesmesting. Die hoeveelheid hangt dus af van de sterkte van de wortelsnoei en de bodemontleding.
Handdunning
De chemische dunning zit er op. De werking ervan zal uiteraard ook beïnvloed worden door de weersomstandigheden.
Bij appel is de zetting bij de diploïde rassen zeer goed. Een handdunning zal hier zeker nodig zijn. Hoe sterk er gedund dient te worden is afhankelijk van het ras, de plantafstand en de gewenste productie. Best is zelf eerst een proefdunning met een telling van het aantal vruchten te maken en alzo de vooropgestelde productie te sturen. Welke appels gedund dienen te worden hangt af van hun dikte. Het alléén laten hangen van een kleine vrucht is niet beter dan drie dikke vruchten samen te laten hangen. Goede instructies aan de dunploeg geven en bijsturen is belangrijk.
Bij Triomphe en Durendeau is er een zeer goede zetting. Een handdunning is onontbeerlijk wil men voldoende dikke vruchten oogsten en volgend jaar niet in een beurtjaar terechtkomen.
Conférence-telers hebben al te dikwijls de gewoonte om geen kwaliteitsdunning uit te voeren. De stelling dat de kleine peren en de B-peren ook voldoende betaald worden is niet in alle periodes van het afgelopen jaar waar geweest. Naar de toekomst toe zal met een groter aanbod dit ondereind het nog veel moeilijker krijgen. De kostprijs voor het dunnen, indien voldoende gedund wordt, kan tot het dubbele oplopen van de oogstkosten. Doch dit is een investering die op korte termijn snel beloond wordt met betere prijzen voor een kwaliteitsvol product.
Gewasbescherming
Aangaande perenbladvlo waren de vele regens positief. Minerale oliën en de kaoline hebben hun nut dit jaar bewezen. Begin juni breekt het moment van tellen aan. Bij 30% gele eitjes is het ogenblik van de Envidor. Het signaalmoment van 20 mei is door het koude weer zeker uitgesteld.
Bij L1 en L2 is het toepassen va Vertimec optimaal.
Voor de bestrijding van de fruitmot is het begin van de vangsten samen met de waarschuwing vanuit Gorsem belangrijk. Dimilin mag niet te laat toegepast worden, Cascade heeft door de ei- en larvewerking een breder teopassingsruimte. Dit laatste middel is daarom zeker te verkiezen in probleempercelen. Daarna is het belangrijk de vluchten te volgen en naargelang de temperatuur Runner of Mimic in te zetten. De dosis verlagen is funest daar dit resistentie veroorzaakt.
De bloedluisbestrijding met Kilval is sinds 1 juni voorbij ondanks een andere berichtgeving in eerdere teeltadviezen. Blijkbaar is de erkenning nu plotseling ingetrokken. Mogelijke aanpassingen zullen later medegedeeld worden. Het opkuisen en voorkomen van wortelopslag is al een goede remedie.
De voorbije periode is op gebied van schurftbestrijding zeer nadelig geweest door de slechte sproeiomstandigheden en de sterke bladaangroei. Driftreducerende doppen blijken een betere bladbedekking te geven door de zwaardere druppels ipv nevel. Dit fenomeen is al veel vroeger bekend in de akkerbouw.
Ter voorkoming van dode knoppen bij peren bij zeer gevoelige percelen is het moment voor het inzetten van zinkmetalosaat aangebroken.
De voorbije weersomstandigheden bevorderde ook een slechte ijzeropname. Ijzergebrek kenmerkt zich door een citroengeel blad met groene nerven. Bij bodembehandelingen vinden we weinig ijzer terug in het blad en meer in de vrucht. Donker weer en regen zijn ideaal voor een goede opname. Bij herhaalde bladbehandelingen is een verbetering merkbaar. Opgelet: bodemmeststoffen mogen niet als bladmeststof gebruikt worden.
Reacties
Je kan de eerste worden die een boodschap in ons gastenboek achterlaat...