Is het een aangeboren instinctieve wil van de mens? Of heeft het liedje van Kleinkunstenaar Raymond Van het Groenenwoud:”Ik wil de grootste zijn” stimulerend gewerkt? Of heeft het Mansholt-plan zo’n diepe sporen nagelaten?...
Zeker is dat de tendens tot schaalvergroting nergens meer te stuitten valt. Neem nu het bankwezen: kleine , plaatselijke, klantvriendelijke nauwelijks aan tijd en plaats gebonden bankfiliaaltjes ontsproten in de 2de helft van de 20ste eeuw als paddestoelen uit de grond. Het doel was vooral om de centen die vroeger in een wollen sok of onder de matras verstopt werden met verblindende intresten naar de bank te lokken. Daarbij kwam nog dat alle andere bankverrichtingen gratis werden uitgevoerd, als de centen maar op de bank waren. Kassa, kassa. Want dit geld kon weer ontleend worden aan hoge intresten met serieuze winstmarges voor de bankwereld.
Zoals zo dikwijls, mooie liedjes blijven niet duren. De intrestvoeten zakten met minder inkomsten voor de banken met als gevolg dat iedere trouwe klant flink moet betalen voor iedere verrichting die de bank voor hen doet. Om de kosten nog meer te verlagen en meer macht te hebben gingen de banken fuseren. Gaat men blijven fuseren dan vervalt straks alle concurrentie en dan…
Hetzelfde fenomeen stellen we vast in de fytowereld waar steeds meer multi-nationals kleinere bedrijven inhalen om de machtigste te zijn. Hopelijk resulteert dit in de komst van nieuwigheden zodat de tendens van het steeds maar wegvallen van middelen doorbroken wordt.
Op het gebied van mechanisatie slorpt het ene merk van tractor het andere op. Als het zo verder gaat rijden we straks allemaal met dezelfde kleur van tractor. Nu die kleur is niet zo belangrijk maar wat gaat de prijs –kwaliteit verhouding worden. Weerom, zonder concurrentie…
Ook onze fruitbedrijven blijken steeds groter te worden en dit in combinatie met een brede dienstverlening voor andere bedrijven zoals sorteren voor derden en verpakken voor handelaars. Een voordeel voor de kleine bedrijven die niet meer moeten investeren in sorteerinstallaties en meer tijd in de productie kunnen steken. Maar wordt de macht van die grote bedrijven weer niet veel groter en wordt het kleine familiale bedrijf niet nog meer in de verdrukking gebracht.
Dat samengaan en samenwerking veel voordelen heeft wordt verwoord door het PCF: Proefcentrum voor de Fruitteelt. Sinds de oprichting ervan hebben al een paar managers de tanden stuk gebeten maar nu lijken de kinderziekten ontgroeid en levert de samenwerking letterlijk en figuurlijk zijn vruchten af. Tijdens de ODD en voorlichtingsdagen en –avonden wordt dit telkens weer bewezen met praktische naar de teler gerichte onderzoeksresultaten.
“En in het onderwijs dan?” zul je vragen. Ja, ook daar is er met de schaalvergroting voorlopig geen weg terug. Scholen moeten gaan samen werken met als doel: kostenbesparing, betere benutting gebouwen, efficiëntere inzet personeel,… Maar is het belangrijkste niet vergeten, nl. de leerlingen, onze kinderen?
Evolueren we niet naar een situatie zoals in de koeienstal? Vroeger kende de boer iedere koe met een naam. Vandaag dragen ze links en rechts een oorring met een nummer in.
Misschien moeten we straks de leerlingen nog gaan verplichten om piercings in de oren te dragen om daar hun nummer aan te bevestigen. Want één zaak staat vast: “In een grote school met honderden leerlingen is het onmogelijk alle leerlingen te kennen met naam en worden het stilaan allemaal … nummers.
In de Tuinbouwschool mogen we ons nog gelukkig prijzen. De fusie van enkele jaren geleden met de Technische school van Velm en het Sint-Aloyssius in Zepperen zorgde voor het overkomen van de verzorgingsafdeling. Deze gelukkige fusie is een win-win situatie voor de school geweest. In een artikel verder in dit nummer bericht directeur G. Hansen de nieuwe tendensen in de school.
Maar hoe zit het met de leerlingen? Wel de magische grens is gelukkig nog niet bereikt. Piercings (met nummers) kunnen nog steeds verboden blijven. Iedereen kent nog iedereen. Dit is een niet te versmaden troef in de pedagogische begeleiding van een kind. Individueel kunnen ze gevolgd worden en bijgestuurd worden zonder grote kosten.
Défusie
Nederland was op het gebied van grote scholen ons grote voorbeeld. Maar toen hier de eerste stappen werden gezet had men ginder al begrepen dat de mastodontlyceums toch niet alles waren. Stilaan is er een tendens tot terug kleine entiteiten.
Een uitdaging voor de nieuwe minister van onderwijs na de volgende verkiezingen. Want op het einde van hun legislatuur gaan de ministers er altijd prat op aangaande hun verwezenlijkingen. In de geschiedenis van het nog jonge prille Vlaanderen zou de minister die dit zou aandurven tientallen jaren van zich laten spreken zonder voorgaande. Défuseren zou voor een aardschok zorgen en een ommezwaai zijn die simplistisch overkomt en veel geld zou kunnen kosten. Maar gratis openbaar busvervoer ter vermindering van het milieubelastende autoverkeer is ook een simpele maatregel als… anderen het betalen.
En onze kinderen dan, verdienen die niet de beste omgeving in het moeilijkste proces van hun leven, nl. (al klinkt het misschien wel ironisch) groter worden.