De maanden juli-augustus worden in de mediawereld nogal eens omschreven als de komkommertijd. Er valt inderdaad niet zoveel nieuws te vergaren. Het politieke leven, op het informatieberaad na, en het bedrijfsleven draaien op een laag pitje, kortom de maatschappij leeft in een onthaastingssfeer.
Spijtig genoeg kan men in de fruitteeltwereld niet altijd spreken van een komkommertijd. De minder goede oogstvooruitzichten, bedrijven getroffen door hagel, … maken dat de fruitteler heel wat kommer en kwel kent. Hopelijk loopt het seizoen beter dan verwacht en mogen we hopen op een betere prijsontwikkeling.
Een korte rustpauze inlassen, eens iets anders doen, de problemen wat opzij zetten, zal de geestelijke en lichamelijke gezondheid zeker ten goede komen.
Ondergetekende vertrok als toerist naar andere fruitteeltgebieden. In een onthaastingsritme zien hoe onze collega-fruittelers in andere gebieden de verschillende situaties het hoofd bieden. Ik heb zeker niet de pretentie het allemaal te weten. Een losse babbel op het veld, eventjes door de aanplantingen wandelen, laten de sfeer zeer goed aanvoelen.
Langs de Bodensee naar het fruitteeltgebied van Süd-Tirol : een prachtige natuur, een beetje cultuur, en dan als beroepsmisvorming langs de fruitteeltgebieden. De Bodensee als van oudsher : een fruitteeltgebied waar de productie volgens hun eigen mening vrij normaal was. Al lieten Jonagold en Boskoop hetzelfde beeld zien als bij ons.
De uiterlijke verzorging leek me vrij goed. In het Bodensee-gebied neemt de fruitteelt nog uitbreiding. Redenen liggen voorhanden : de slechte omstandigheden in landbouw en veeteelt, het verdwijnen van de hopteelt, de interesse voor de teelt van tafeldruiven, …
Langs Oostenrijk, over de Resia-pas naar Süd-Tirol. Wat me vooral opviel was de frisheid van de bedrijven. Prachtige aanplantingen met een kwaliteit om jaloers op te zijn. Het is een gebied dat gestuurd wordt door de waterbeheersing, zowel voor de nachtvorstbestrijding als watergift in de zomer. Süd-Tirol heeft weinig neerslag (ongeveer 400 mm).
Uit een gesprek met een Süd-Tiroler nationalist Hermann Peggr kon ik opmaken dat de fruitteelt het verre van slecht doet. Het afgelopen productiejaar zou tussen € 0,35 en 0,40 netto zijn uitbetaald aan de teler (in oude Belgische franken 14 –16 frank). Het zijn prijzen om van te dromen gezien het netto prijzen zijn. Wat mij vooral trof en ook een beetje hoopvol stemde, was dat Jonagold het meest gevraagde ras was, daar waar de afzet van Golden nogal stroef verliep.
De vraag naar nieuwe rassen was voor hem ook een belangrijk gegeven. Vele nieuwkomers zijn aangeplant, maar zullen nog niet direct Golden vervangen. Vooral de maatsortering en de regelmatigheid van de productie werden veelal als een minpunt ervaren. Uiteraard blijft Golden een belangrijke rol spelen.
De productie in Süd-Tirol is tamelijk stabiel met een schommeling van 15% naar boven of naar onder. Bedrijfsopvolging en overname was geen probleem. De gronden zijn zeer duur (€ 50.000/ha).
Ongewild gaat men de beelden vergelijken met de fruitteelt in eigen regio. En dan moet men erkennen dat we bij ons veel aanplantingen aantreffen die er niet zo fris uitzien, om niet te zeggen dat ze beter gerooid zouden worden. Oorzaak? De slechte financiële ontwikkeling is er zeker niet vreemd aan. Wanneer de kostprijs niet meer haalt, dan kan er moeilijk sprake zijn van vernieuwing. Indien deze tendens aanhoudt, gaat de concurrentiekracht achteruit. Wat gerooid werd, is voor 90% terug heringeplant met peren (Conference). De betere financiële resultaten in de perenmarkt zijn daar niet vreemd aan. De perspectieven die vooropgesteld worden zouden gunstig zijn. Meer dan vijfig jaar ervaring in de fruitteelt leert dat een overaanbod van peren tot de mogelijkheden behoort.
De grotere vakkennis, snoei, dunnen, werd door het gebruik van CCC goed ondervangen. Men voelt thans goed aan dat sommige aanplantingen gaan mislopen. Sommige handelingen in de perenteelt vragen “het oog en de hand” van de bedrijfsleider.
Wil de fruitteelt standhouden, dan moet de appelteelt een nieuwe relance krijgen. Hier is samenwerking (teler, veiling, proeftuin) belangrijk. De teler is niet meer zo geneigd te experimenteren met allerlei nieuwigheden. De keuze die gemaakt wordt, moet de juiste zijn. Er komen vooral nieuwigheden van rassen op ons af, zoals bij wijze van spreken “de kat haar jongen niet meer kan vinden”. Gebreken van een ras komen pas na vier, vijf jaar tot uiting. Als men opteert voor een nieuw ras dan moet er een strategie achter staan. Begeleiding van de teler, een commerciële aanpak met voldoende ondersteuning. Of deze ondersteuning dient te gebeuren in veiling- of clubverband is me eender. De vernieuwing moet beheerd en beheerst worden. Clubs kunnen dat theoretisch het beste aan; of de uitvoering even eenvoudig is, blijft het onbekende.
Beste vrienden-fruittelers … ik kan met goed voorstellen dat sommigen niet akkoord zullen gaan. Dat is hun goed recht. Laat ons het dan zeggen of schrijven. Er zal altijd een plaats open zijn om de mening te uiten. Uit het botsen van gedachten kunnen nieuwe ideeën geboren worden. En we hebben een nieuwe geboorte nodig …
Ik wens u een ontspannende tijd toe en een succesvolle pluk aan rendabele prijzen.