Ervaringen met Delbarestivale-, Gala en Braeburnmutanten.
Woensdag 30 maart 2005 om 14u56, door Eddy Leclere
A. Delbarestivale (Delcorf)
Hoewel Delbarestivale eigenlijk geen gekleurd ras is, is het toch belangrijk om zeer vroeg zoveel mogelijk goed gekleurde vruchten te oogsten. Het zijn immers alleen deze vruchten die een goede prijs halen. Daarom hebben wij in de winter 1996-1997 op de Proeftuin 4 mutanten van Delbarestivale aangeplant nl. Ambassy, Celeste, Monidel en Rode Delbarestivale. Bij Ambassy en Monidel is het aandeel van de eerste pluk iets groter en plukken we meer goed gekleurde vruchten. Ambassy is in deze proef echter niet virusvrij en groeit daardoor wat zwakker. Ook de opbrengst is lager dan bij de andere mutanten. De maatsortering daarentegen ligt op hetzelfde niveau.
Alhoewel Ambassy en Monidel een verbetering zijn is het resultaat niet voldoende. Daarom hebben we in de winter 1998-1999 Appache in vergelijking met Rode Delbarestivale geplant. In figuur 1 ziet men dat het in 2004 mogelijk was om Appache in 2 maal te plukken en dat voor Rode Delbarestivale 3 plukken nodig waren. Ons advies is dan ook om Appache te planten. Deze mutant heeft ook het voordeel dat de kleuring minder gestreept is als bij standaard Delbarestivale of Ambassy.
Figuur 1 : Verdeling over de plukken (PCF-PPS 2004).
B. Gala
Bij Gala zijn er de laatste jaren zeer veel mutanten gevonden. Voor ons klimaat is het zeer belangrijk dat wij een mutant kiezen met een goede kleuring en een goede vruchtgrootte. In het voorjaar 2000 hebben wij op de Proeftuin 6 mutanten van Gala geplant nl. Galaxy, Brookfield Gala, Obrogala, Crimson Gala, Galamax en Gala Must. De eerste vier zijn donkerrode mutanten en Gala Must en Galamax zijn helrode mutanten.
Na 5 jaar is de opbrengst van deze mutanten ongeveer gelijk. De kleuring en de vruchtgrootte daarentegen vertonen grote verschillen. Obrogala en Crimson Gala blijven te klein, ieder jaar zijn er nog zeer veel vruchten < 70 mm. Ook de kleuring is slechter als bij Galaxy (figuur 2). De resultaten van Brookfield Gala zijn vergelijkbaar met deze van Galaxy, maar Brookfield Gala is waarschijnlijk te donker.
Beide helrode mutanten hebben de grootste vruchten, maar de kleuring van Galamax is zeer slecht (figuur 2).
Gala Must blijft de beste mutant, omdat de kleuring (zeer) goed is en de vruchtgrootte beter is als bij Galaxy. Wanneer men een gestreepte mutant wil dan is Galaxy een alternatief.
Figuur 2 : Kleuring Galamutanten (PCF-PPS 2001-2004).
C. Braeburn
In België wordt Braeburn beperkt aangeplant. Maar door het late pluktijdstip vormen de kleuring en het suikergehalte dikwijls een probleem. We zijn dus op zoek naar een mutant die vroeger kleurt en indien mogelijk ook vroeger rijpt. In de volgende proef werden Braeburn NAKB, Lochbuie, Joburn, Redfield en Maririred (Eve) in de winter 1999-2000 in vergelijking geplant met Braeburn Hillwell. Hillwell en NAKB zijn helrood, Redfield en Maririred donkerrood en Lochbuie en Joburn hebben een kleuring tussen helrood en donkerrood.
Hoe viruszieker de mutant is, hoe lager dat de opbrengsten zijn. Zo zijn de opbrengsten van Joburn en Redfield ieder jaar lager (figuur 3). In deze proef is Maririred ook niet virusvrij, maar omdat deze mutant in eenmaal kan geplukt worden is de kwaliteit van de bloembotten veel beter.
Figuur 3 : Opbrengstgegevens Braeburnmutanten (PCF-PPS 2001-2004).
Hillwell kleurt beter als NAKB, terwijl Lochbuie zich tussen Hillwell en de volledig kleurende Redfield en Maririred in positioneert. Het aandeel goed gekleurde vruchten in de maatsortering 70-85 mm is het grootste bij Maririred (figuur 4).
Figuur 4 : Kleuring Hilwell en Marired (PCF-PPS 2004).
Bij Braeburn is het zeer belangrijk om virusvrije bomen te planten, daarom beperkte ons advies zich steeds tot Braeburn Hillwell. Momenteel is er echter ook virusvrije Maririred, zo dat wij ook deze mutant aanbevelen. Maar men mag niet te vroeg plukken, anders is het suikergehalte te laag. Ondanks de hoge productie van Maririred was er in 2004 geen verschil in suikergehalte tussen beide mutanten. Dit is te verklaren doordat in 2004 ook bij Braeburn Hillwell het overgrote deel van de vruchten in de eerste pluk kon geoogst worden. In 2002 en 2003 waren de verschillen in het aandeel van de eerste pluk groter, waardoor ook het verschil in suikergehalte van de eerste pluk ook groter was tussen de beide mutanten.
Figuur 5 : Suikergehalte 1ste pluk bij Hillwell en Maririred (PCF-PPS 2002-2004).
Besluit
Voor diegene die een mutant van Delbarestivale willen planten is ons plantadvies Appache en dit omwille van de goede kleuring, de goede productie en de aantrekkelijke helrode blos. Alhoewel Ambassy en Monidel een verbetering zijn t.o.v. de standaard of de Rode Delbarestivale is het resultaat niet voldoende en worden ze niet meer aanbevolen.
In ons klimaat is Gala Must de interessantste Galamutant om aan te planten. De kleuring is goed en de vruchtmaat zorgt er voor dat ook in jaren met eerder kleine vruchten er toch genoeg vruchten in de meest commerciële maten vallen. Wanneer men absoluut een gestreepte mutant wil, dan kiest men best voor Galaxy. De kleuring is niet zo donker als deze van Brookfield, wat een voordeel kan zijn voor de "markt".
Braeburn blijft een ras dat in ons klimaat niet ideaal te telen is. De kwaliteit van 2003, met suikergehaltes van 13 à 14 °Brix, zijn een uitzondering. In een normaal jaar, zoals in 2004, is het moeilijk om een suikergehalte van 12 °Brix te halen. Omdat er juist op tijd enkele koude nachten waren, kon Braeburn toch op tijd geplukt worden. Als men in ons klimaat toch Braeburn wil telen, dan moet men zorgen dat men virusvrije Braeburn plant. Hillwell blijft een goed standaardadvies, maar ook Maririred heeft vele troeven. Wanneer virusvrije Maririred (die momenteel beschikbaar is) hetzelfde presteert als in de hier besproken proef, dan hangt het er vooral van af of de "markt" een donkere Braeburn aanvaardt.
Jef Vercammen
PCF-Proeftuin Pit- en Steenfruit
Reacties
Je kan de eerste worden die een boodschap in ons gastenboek achterlaat...