Teeltadviezen voor appel en peer
Maandag 1 mei 2006 om 16u57, door Eddy Leclere
Toestand in de plantage
De bloei van zowel de appelen als de peren is dit jaar uitzonderlijk. Alles lijkt wel volledig stil te liggen. Om vergelijkingspunten te hebben zijn we wel zeer ver in het verleden moeten terug gaan. Deze bloei is tot op heden dag op dag vergelijkbaar met de bloei in 1985. Toen kwamen de peren (conference) pas tot volle bloei op 5 mei en de jonagold op 15 mei. Toch willen we waarschuwen voor overhaaste conclusies. Het is immers niet omdat we nu een achterstand hebben van 2 à 3 weken op de normale bloei dat dit zo ook zo zal verder zetten. Het volstaat dat volgende week de temperatuur gevoelig stijgt en dat de zon er wat feller doorkomt om alles gevoelig te laten versnellen.
Wat gaat de invloed zijn van een dergelijke verlate bloei op de productie en de kwaliteit van het fruit ?
Dit is een al te voorbarige vraag. Er zijn zeer vele bepalende factoren voor de kwaliteit van ons fruit. De bloei op zich is natuurlijk belangrijk maar is niet doorslaggevend voor de kwaliteit van het fruit. Wat we wel nu reeds kunnen zeggen is dat het pluktijdstip zeer waarschijnlijk later zal liggen dan normaal. Hier schatten we in dat er zeker rekening zal moeten gehouden worden met een verlating van een week tot 14 dagen Hier kan nu reeds rekening mee gehouden worden voor die plukkers die nu hun verlof al moeten vastleggen. We vrezen ook dat de maat van het product te lijden zal hebben onder de verlate bloei. Tenslotte kijken we ook zeer nieuwsgierig uit naar de productie van de latere appelrassen zoals Braeburn, waarvoor het jaar 2006 wel eens een moeilijk jaar zou kunnen worden.
Bloembotten.
Het aantal bloembotten is dit jaar zeer laag en bijzonder wisselvallig. Wanneer we op zoek gaan naar de oorzaken van dit fenomeen, dat in sommige streken dramatische vormen aanneemt, dan staan we voor een raadsel. We kunnen alleen vaststellen dat lager gelegen percelen het slecht doen. Tevens denken we dat de late bladval en de late stikstofmineralisatie door het extreem zachte weer in het najaar van 2005 zeker niet gunstig was voor de vorming van sterke bloembotten.
Toch moeten we realistisch blijven en zeker niet te snel panikeren. 70 à 80 bloembotten per boom volstaan zeker voor een normale oogst. We hebben echt geen behoefte aan 300 à 400 botten per boom om een normale oogst te hebben.
Wat moet er gebeuren in percelen met weinig bloembot of met veel dode botten ?
1) Goed inventariseren hoe groot het probleem is en rekening houdend met hetgeen hier daarnet geschreven stond “of er wel een probleem is”. Bijkomend willen we er ook op wijzen dat de bloei zeker nog begonnen is en dat voorbarig en overhaast reageren zeker nooit aan te raden is.
2) Hoogdringend toedienen van snelwerkende (nitrische) stikstof. We opteren hier zelfs voor een toediening van vloeibare stikstof omdat dit nog sneller effect heeft. Alhoewel we altijd afhankelijk zullen blijven van weersomstandigheden.
3) De bloei moet sowieso afgewacht worden en dan raden we aan om in volle bloei ( en dat zou dit jaar wel eens zeer snel kunnen volgen op het begin van de bloei) de ganse boom te behandelen met 2 x een halve dosis GA4-7 toe te dienen en achteraf op het einde van de bloei de onderkant van de boom nog eens extra te behandelen. Indien er vorst opduikt is het best om hier 3 gr. GA3 aan toe te voegen.
4) Deze bespuitingen dienen wel te gebeuren onder goede omstandigheden.
Bacterievuur en Pseudomonas
Het risico op bacterievuur is op dit ogenblik zeker reëel. Grote waakzaamheid blijft geboden omdat het bacterievuurrisico zich snel kan opbouwen in jaren met een late bloei. Wij raden iedereen aan om de takken waar nog bladeren opzitten zo snel mogelijk te verwijderen.
Bemesting
Normaal gezien moest de stikstofbemesting al uitgevoerd zijn. Toch raden wij aan om alsnog een bemesting uit te voeren. Het is nog steeds “beter laat dan nooit”. Daarom wordt in de gevallen waar nog geen stikstofbemesting uitgevoerd is, aangeraden om 30 eenheden snelwerkende meststoffen (kalknitraat) te geven via de grond. Een latere bladbemesting dient enkel als een bijsturing. Ingeval van zware wortelsnoei raden wij aan om met 10 eenheden extra stikstof te geven.
Tenslotte willen we er nogmaals voor waarschuwen om al te drastisch te gaan wortelsnoeien. Wortelsnoei is immers enkel zinvol op die percelen die in orde zijn met de voeding.
Snoeien
Nog heel wat percelen moeten gesnoeid worden. Ook hier is het beter laat dan nooit. Wanneer het rap moet gaan, wordt aangeraden om eerst te sleunen en achteraf terug te keren om het snoeiwerk af te werken (maar dit moet dan ook effectief gedaan worden !). Nieuwe rassen moeten met de nodige omzichtigheid behandeld worden. We moeten zorgen dat de bomen vitaal blijven en zeker niet gaan “dichtklappen” daarom is het van het allergrootste belang dat ze niet te lang gesnoeid worden en zeker goed gedund worden.
Bewaring
Op vlak van bewaring stellen we vast dat we te maken krijgen met een zeer snelle afrijping van het fruit.. Streng controleren en kort op de bal spelen is hier de boodschap. Wij raden iedereen aan om zeer regelmatig de frigo’s goed te controleren en cellen waarvan het regime niet op punt gestaan heeft snel te ruimen. Wanneer frigo’s geopend worden is het zeker geen goed idee om te lang te treuzelen. Snel ruimen is ook dit jaar de boodschap.
Start spuitseizoen
Dit jaar hebben we te maken met een schurftrisico zonder onmiddellijk te spreken van een verhoogde druk. Toch raden wij aan om een zeer strak (wekelijks) preventief behandelingsschema aan te houden. Het is beter een behandeling te veel te doen dan een te weinig. Hierbij willen we trouwens nogmaals een oproep doen om goed te letten op de toegepaste dosissen waarbij niet alleen het product op zich maar ook de vorm (hoogte)van de bomen als de rijsnelheid moeten in rekening gebracht worden. Toch raden wij aan om de nodige behandeling uit te voeren.
Wie takschurft vaststelt moet een zeer strak behandelingsschema volgen supplementair en los van de waarschuwingen. Wij vragen ook met aandrang dat deze problematiek evenzeer bij peren als bij appelen opgevolgd zou worden.
Wat het product Surround (Keolineklei) betreft stellen we vast dat dit middel effectief werkt om te vermijden dat er tijdens de bloei reeds eieren van de perenbladvlooi afgelegd worden. Door het feit dat die eieren die dan toch nog achterblijven veel dichter bij elkaar liggen zal tevens de bestrijding achteraf een stuk efficiënter kunnen verlopen.
Tenslotte stellen we ook vast dat er zich de laatste jaren veel problemen voordoen met perenmaden. Ook dit zal de nodige aandacht vragen van de fruitteler.
Luc Vanoirbeek
Werkgroep kwaliteit
11/4/2006
Reacties
Je kan de eerste worden die een boodschap in ons gastenboek achterlaat...