Teeltadviezen
Toestand in de plantage
De afgelopen winter gaat klimatologisch de geschiedenis in als een zeer droge winter t.o.v. de gemiddelden. Dit kan in het voorjaar snel resulteren in een acuut watertekort. Belangrijk is om geen droogtestress te laten ontstaan. De watermarks in de proeftuin geven reeds een waarde van 20 aan. In het artikel van Jef Vercammen in Fruitteelt-nieuws nr.9, wordt hierover informatie gegeven en mogen we stellen dat het al zeer droog is. Tijdig starten met water geven is aan te raden reeds van in de bloei. Maar ook bij aanhoudende droogte is het irrigeren in de nabloeiperiode belangrijk voor de celdeling en dus later de diktemaat van de vruchten. Bij Conférence wordt dit op termijn meer en meer de rendabiliteitsparameter. Bij het opmaken van deze teeltadviezen berichten de weervoorspellers dat in de volgende 8 dagen het verder droog zou blijven. Blijft die droogteperiode aanhouden dan zeker starten met irrigeren. Bedenk wel dat de wortels van geïrrigeerde bomen luier zijn zodat bij plots stoppen een droogtestress kan ontstaan wat zeker dient vermeden te worden. Dit zou alleen maar groeischokken kunnen geven met als gevolg een te sterke rui, verruwde vruchten, onregelmatige groei met slechte bloembotvorming voor het volgend jaar,… Ook bij irrigeren dient de bemesting in orde te zijn.
Bloembotkwaliteit en zetting
Zoals reeds eerder gemeld is de bloemknopkwaliteit bij Conférence zeer verschillend. Naast de dode knoppen zijn nu ook de onvolledige knoppen tot uiting gekomen tijdens de bloei. Normaal bevat een bloemknop 5 à 7 bloempjes en bladeren, nu zijn er velen met slechts 2 à 3 en zonder bladeren. Onder zeer goede bloeiomstandigheden kan dit nog meevallen.
Toch zal alles in het werk gesteld moeten worden om de zetting te verzekeren en straks de rui af te remmen. Voor het advies rond het respectievelijk inzetten van giberellinen en Regalis verwijzen we naar de artikels in Fruitteelt-nieuws van Ann Gomand in nr. 7 pagina 14-16 en van Tom Deckers & Hilde Schoofs in nr. 8 pagina 8-10.
Bij appel werd eerder een normale bloemknopzetting vastgesteld. Doch nu ook blijken er her en der veel loze knoppen voor te komen. Onder normale weersomstandigheden met een normale bloembotvorming zijn geen zettende middelen nodig. Amid-thin en giberellinen kunnen de zetting zo verhogen dat volgend jaar een beurtjaar dreigt. De N, N-O- winden kunnen hier echter een spelbreker zijn tot een goede zetting. De R.V. verhogen met de beregeningsinstallatie kan de luchtvochtigheid verhogen.
Lentenachtvorsten voorkomen
Bedrijven die over een bepaalde vorm van nachtvorstprotectie beschikken dienen dit nu bedrijfsklaar te hebben om dadelijk te kunnen ingrijpen. We mogen ons niet laten misleiden door het late voorjaar en de Ijsheiligen want vorig jaar tekenden men nog lentenachtvorsten op tot 18 mei. Wanneer starten met beregenen of rijden met de frostbuster verschilt naargelang de fenologie. Toch is in de afgelopen jaren zeer frequent reeds schade in de vorm van vorststrepen of korte steeltjes opgetekend in het roze knopstadium en soms nog vroeger.
Maar ook hier speelt de relatieve luchtvochtigheid een belangrijke rol. Daarom is het aanschaffen van een natte-bolthermometer onontbeerlijk. Bij een hoge luchtvochtigheid dreigt er minder nachtvorstgevaar. Bij een droge luchtvochtigheid, dus met schrale N, N-O-wind is de gevoelstemperatuur veel lager wat al snel 2 à 3° kan verschillen.
Percelen die voorzien zijn van een beregeningsinstallatie kunnen de R.V. verhogen door op voorhand te beregenen. Uiteraard dienen hier dan de nodige voorzieningen getroffen te worden tegen schurft en neusrot. Voor dit laatste is de volle dosis captan noodzakelijk.
Beregenen starten vanaf -1° en met de frostbuster rijden vanaf 0° C in volle bloei, in roze knop bij -1°C.
Bacterievuur en Pseudomonas
Tijdens de bespuitingen of andere werkzaamheden in de aanplant is het attent zijn voor mogelijke infecties noodzakelijk. Bij twijfel moeten zonder uitstel de nodige maatregelen worden getroffen.
Bemesting
Aangaande bodembemesting dient zeker alles gebeurd te zijn. Als bladvoeding zijn de ureumbespuitingen tussen de 3 à 5 kg voor de bloei bij appel zeker nog welkom. In de bloei zijn de boorbespuitingen met een maximum van 200 gr Solubor zeer belangrijk. Na de bloei komen afwisselend de Mangaan en Magnesiumbespuitingen in combinatie met boor in het schema voor.
Gewasbescherming
Voor witziekte zitten we in een belangrijk moment. Warm en vochtig weer kunnen vanaf roze knop voor zware infecties zorgen.
Aangaande schurft was het paasweekend klassiek weer een voltreffer met ongekende uitstoten van ascosporen. Indien voor of na deze zware infectie met Dodine was behandeld of even later met Scala of Captan moet niks vrezen.
Voor bedrijven die problemen hebben met wantsen is het regelmatig controleren noodzakelijk.
Voor bloedluis zijn de infecties in de grote snoeiwonden een belangrijke indicatie voor de aantastingsgraad straks. Kilval is niet meer te verkrijgen maar de voorraad mag opgebruikt worden tot 2007. Behandelen mag tot 1 juni. Als alternatief is er dan de Pirimor die met voldoende warm weer en naar de avond toe dient gezet te worden. De dampwerking van dit middel komt nl. beter tot zijn recht op opgewarmde bomen. Een eerste behandeling moet voor de bloei om na de bloei te herhalen voor de migrerende bloedluizen vanuit de wortelopslag.
Percelen die veel last hebben van bladrollerschade worden best met Insegar behandeld. Bij peren is dit dadelijk na de bloei en appel voor de bloei. Opgelet: eerst bloeiende onkruiden maaien om geen schade aan het broed van de bijen te veroorzaken. Mimic en Runner kunnen wel in de bloei bij warm weer zodat de bomen actief zijn. Het ideale moment situeert zich meestal rond volle bloei Boskoop.
Eddy Leclere
Werkgroep kwaliteit
Teeltadviezen
Maandag 1 mei 2006 om 17u00, door Eddy Leclere
Reacties
Je kan de eerste worden die een boodschap in ons gastenboek achterlaat...