De snoei van appel
De V.Z.W. "Studiekring Guvelingen", met aangesloten oud-leerlingen, fruit- en aardbeientelers, hield op vrijdag 12 november 2004 haar traditionele snoeivergadering.
ir. Tom Deckers (PCF-KOG) behandelde in zijn uiteenzetting de snoei van Jonagold. Kwalitatief hoogstaande-Jonagold heeft nog altijd zijn plaats in het marktgebeuren. Hier volgen enkele tips om Jonagold te telen van een hoge kwaliteit: hard, gekleurd en met veel smaak!
Het voorbije seizoen 2004 werd gekenmerkt door:
a) vorst einde maart zorgde voor geen oogstreductie maar wel voor ernstig kwaliteitsverlies bij de pluk (vorstringen, verruwing) (tot 20%);
b) twee natte zomermaanden: in juli viel er 138 mm neerslag (normaal is dit 77 mm) gevolgd door augustus met 123 mm neerslag (normaal is dit 73 mm);
c) ondanks de grote oogst zijn de vruchten van Jonagold te dik.
Vooraleer dieper in te gaan op de snoei van de Jonagold dient iedere bedrijfsleider reeds enkele belangrijke beslissingen te treffen op het ogenblik van de aanplanting.
a) Welk plantsysteem wordt er gekozen? Enkelrij , dubbelrij of meerrijen? De laatste jaren geniet een enkelrij systeem duidelijk de voorkeur.
b) Welke boomhoogte wordt aangehouden: 2 meter of 3.5 meter. De boomhoogte speelt een belangrijke rol in de risicoverdeling wanneer er nachtvorst optreedt.
c) Welke plantafstand wil men gebruiken: 3.5m x 1.5m (extensief) of 3.2 m x 1.0 m (intensief)?
d) Welke eisen stel ik aan mijn boomkwaliteit (virusvrij, 1j. vertakt of 2j.knipboom)?
e) Welke groeikracht van mijn onderstam is gewenst? Meestal zitten we op herinplant en in functie van de verwachte groeikracht wordt er gekozen voor een M9 of een M27 onderstam.
Snoeien is de taal van de boom verstaan
Als we snoeien, dan praten we met de boom. Niet via een taal, wel via onze snoeischaar. Tijdens het snoeien proberen we de taal van de boom te begrijpen en op basis hiervan gaan we bijsturen. Wij luisteren naar de boom, niet omgekeerd!
De snoei in het algemeen kan men indelen in:
1. de vormingssnoei die toegepast wordt bij het vormen van de jonge bomen. Doel hierbij is om zo snel mogelijk het productievolume gevuld te krijgen.
2. vruchthoutsnoei die toegepast wordt bij volwassen bomen. Evenwicht tussen groei en bloei behouden. Hierbij wil men de kwaliteit van de vruchten op peil houden door de appels te telen op jong vruchthout. Regelmatige verjonging van het vrucht hout is noodzakelijk.
Ook andere teeltmaatregelen zoals vruchtdunning en voeding dienen in de snoeiredeneringen te worden betrokken.
Snoeien bij appel is dus een meerjarige redenering waarbij minstens twee tot drie jaren ver dient te worden geredeneerd. Snoeien is altijd vooruitzien … en onverwachte interferenties van het weer voor een stuk op voorhand incalculeren zodat het weer niet als spelbreker tussenkomt.
Vormingssnoei
Als we in de winter (en ook in de zomer) voor onze Jonagold boom staan, dan kunnen we onderscheiden:
a) iedere boom heeft 3 verschillende typen vruchthout: éénjarig hout (interessant voor triploïde rassen zoals Jonagold maar gevaarlijker voor diploïde rassen zoals Golden Delicious), tweejarig hout en tenslotte meerjarig hout. De kennis hiervan is noodzakelijk om goed te kunnen snoeien. Ieder type vruchthout vraagt een andere snoeibenadering. Bij de jonge Jonagold bomen in de opkweekfase is er nog niet zo veel meerjarig hout en gebeurt de productie hoofdzakelijk op het één- en tweejarig hout.
b) iedere boom heeft ook verschillende typen van vertakkingen. Enerzijds kan een vertakking zich situeren aan de overgang tussen twee leeftijden bijvoorbeeld bij de overgang van eenjarig hout naar tweejarig hout. Op deze plaats in de boom bestaat er het gevaar voor het ontstaan van te dikke vertakkingen met een scherpe inplantingshoek. Indien men deze vertakkingen op tijd herkent, kan men ze wegnemen vooraleer ze te sterk geworden zijn en de ontwikkeling van de boom uit zijn evenwicht brengt. Anderzijds kunnen vertakkingen ontstaan uit de gemengde structuren van een bloembot. Elke goedgevormde bloembot is een gemengde structuur die naast bloemen ook bladbotten aan de basis bevat. Indien uit deze bladbotten een vertakking ontstaat, is dit meestal een horizontale vertakking met een hoge vruchtbaarheid.
Tenslotte kunnen er nog vertakkingen ontstaan vanuit het vruchthout op de boog van de uitbuiging. Dit type vertakking laat een natuurlijke verjonging van het vruchthout toe.
Als we nadenken hoe we deze boom gaan vormen, dan moeten we een antwoord vinden op twee vragen. Wat doen we met de kop? Wat doen we met de gesteltakken?
Wat doen we met de kop?
Insnoeien of niet insnoeien kunnen in de praktijk goed gebruikt worden. Iedere bedrijfsleider kiest het systeem dat het best op zijn “lijf” geschreven is.
Insnoeien van de kop doet de boom eindigen op een bloembot. Vooral op bomen waarop hergroei aanwezig is vanuit de boomkwekerij, verkiest men dikwijls om de kop terug te knippen tot op een eindbloembot. Door het inknippen op een eindbloembot induceert men hier vertakkingen die ontstaan vanuit bloembotstructuren en die op een bepaalde hoogte op de stam staan ingeplant. Maar ook geeft het terugsnoeien van de kop de mogelijkheid tot een reductie in de vruchtbaarheid van de boom, hetgeen van belang kan zijn voor rassen met een te hoge vruchtbaarheid in de jeugdfase.
Bij niet insnoeien van de kop is het noodzakelijk dat de concurrentscheuten gepluisd worden in een jeugdig stadium in de periode mei-juni. In dit geval is de koptwijg bezet met bloemen van waaruit de horizontale vertakkingen ontstaan. Sommige bloembotten vertakken direct, andere bloembotten vertakken een jaar later of geven enkel een kort spoortje als vertakking (zie foto 1). Dit verschil in evolutie van de vertakkingen biedt in alle geval de mogelijkheid tot een interessante spreiding van het vruchthout rond de centrale stam van de boom. De laatste jaren zijn er steeds meer telers die kiezen voor het niet insnoeien van de kop bij de opkweek van de jonge bomen.
Wat doen we met de gesteltakken?
Ook hier hebben we een keuze: wel of niet insnoeien bij het planten.
Insnoeien van gesteltakken bij het planten doen we als de veren te lang zijn, als we een verkaling van de gesteltakken vrezen of als we een vertakking willen induceren op die plaatsen van de gesteltakken. Het is bovendien een mogelijkheid om de vruchtbaarheid van de boom te reduceren hetgeen voor sommige rassen noodzakelijk kan zijn. Bij appel is de groeireactie op deze ingreep meestal beperkt.
Bij niet insnoeien van de gesteltakken buigen de gesteltakken gemakkelijk uit onder het gewicht van de vruchten en moet men de takken dan later terug opbinden (= dure arbeid!). Soms ontstaat er verkaling. Hier spelen de raseigenschappen een belangrijke rol.
Vruchthoutsnoei
Eenmaal de bomen hun toegestane productievolume hebben ingevuld, vangt de periode van de vruchthoutsnoei aan. Er bestaat een natuurlijke tendens dat de vruchtbaarheid zich verplaatst naar de buitenkant van de boom en zich verwijdert van de stam en van de gesteltakken. Het ligt dan ook in de bedoeling van de vruchthoutsnoei de vruchtbaarheid kort bij de stam en de gesteltakken te houden. Als we in de zomer gaan kijken naar onze boom, dan zien we de reactie van de boom op de wintersnoei. Is er veel of weinig scheutgroei? Zijn er veel of weinig vruchten? Waar hangen deze vruchten? Hoe is de kleur van deze vruchten? Hoe is het globale groeiniveau van de boom?
Algemeen kunnen we echter volgende regels meegeven voor de vruchthoutsnoei.
1. Er is een duidelijk verschil in ontwikkeling van scheuten, bloembotten en vruchten aan de bovenzijde van een gesteltak ten opzichte van de onderzijde van een gesteltak. De organen aan de bovenzijde van de twijg ontwikkelen sterker. Bij een reductie van het aantal bloembotten op een gesteltak worden bij voorkeur de bloembotten aan de onderzijde van de twijg verwijderd. Bij Jonagold is het interessant te werken met gekroonde kortloten die vertrekken vanuit een beursstructuur vanop het vruchthout van de gesteltakken (zie foto 2).
2. Vruchthout kortbij de gesteltakken en de stam produceert het beste fruit.
3. Afgedragen vruchthout moet weggesnoeid worden. Op het afgedragen vruchthout produceert men vruchten met een onvoldoende kleur bij bicolore rassen zoals Jonagold.
4. Er is niets fout om tijdens het groeiseizoen de boom nog te corrigeren. Hoe hoger in de boom de problemen van onevenwicht zich voordoen, hoe sneller men deze moet verbeteren.
5. In de boom doet zich ook een natuurlijke verjonging voor van het vruchthout. Vruchttakken worden in de winter gesnoeid zodat ze op een bloembot eindigen. Dikwijls is dit op een gekroond kortlot. Vruchtdracht op het einde van een twijg samen met het gewicht van de bladeren en regendruppels zorgen voor een natuurlijke uitbuiging van de gesteltakken en van de éénjarige scheuten. Zonder arbeid ontstaan er nieuwe scheuten éénjarig hout op de rugzijde van de gebogen twijg. Dit biedt de mogelijkheid tot een natuurlijke verjonging van het vruchthout.
6. Vertakkingen ontstaan uit vruchtbeurzen of uit bloemknoppen gedragen zich rustiger en hebben een hoge natuurlijke vruchtbaarheid.
Bij de vruchthoutsnoei ontstaan er verschillen in twijgdiameter. Het is zeer belangrijk dat we tijdig deze verschillen herkennen. Het laat ons toe om de boom beter te sturen. Een concurrent in de kop kan interessant zijn om van kop te verspringen, maar voor hetzelfde geld haalt hij het evenwicht uit de boom. De twijgdiameter bepaalt het soort reactie.
Groeiprikkelende snoei-ingrepen
Snoeien is praten met de boom. Wanneer de groei te zwak is, is het nodig om de groei te stimuleren. Dit komt veel voor bij bomen op herinplant. Volgende ingrepen versterken de groei: de snoei in het éénjarig hout, het snoeien op stompen, het kort terugsnoeien van het vruchthout tot in de bloembot op de gesteltakken, het wegnemen van rugscheuten of het snoeien in slapende knoppen.
Groeiremming door juiste teelttechniek
· Vruchten remmen de groei het best. Een regelmatige bloemknopbezetting gekoppeld aan een goede vruchtdracht zijn de basis van een evenwichtige maar vooral rustige boom!
· Indien de groei te sterk is, behouden we meer éénjarig hout om de groei in de boom af te remmen en leggen we de basis voor een regelmatige opbrengst die groeiremmend werkt.
· Groeibeperking kan bij appel gebeuren door de inzet van een groeiremmer zoals Regalis. De ervaringen met Regalis op sterk groeiende appelpercelen zijn zowel vanuit het onderzoek als vanuit de praktijk positief. Het bewerkstelligt een belangrijke reductie in vegetatieve groei en geeft een belangrijke besparing in het aantal snoei-uren dat men nodig heeft per ha. In sommige gevallen is het ook mogelijk de vruchtbaarheid hiermee positief te beïnvloeden waarbij de vruchten meer in trossen aan de boom hangen. Deze verhoogde vruchtbaarheid is op zichzelf ook weer een mogelijkheid om de vegetatieve groei te remmen. Dit vruchtzettingseffect moet men echter over een langere periode beschouwen om er zeker van te zijn dat men niet in een beurtjaar terecht komt.
· Groeireductie bij appel kan men ook bekomen door wortelsnoei. Hierbij moet men de nodige aandacht schenken aan de correcties op het gebied van de voeding van de bomen om problemen van kwaliteitsverlies tijdens de bewaring te voorkomen.
· Zomersnoei kunnen we gebruiken om probleempunten weg te nemen.
· Kopgroei kunnen we opvangen door vooruit te kijken: in de kop is er geen betere remmer dan een twee- of driejarige vruchttak vol met vruchten. Eventueel kan een lokale NAA-behandeling in de kop soelaas bieden wanner de groei te sterk wordt.
Besluit
Snoeien is de taal van de boom verstaan en de boom proberen bij de sturen qua groei, vruchtbaarheid, voeding en verjonging. Bij de snoei van appels dient met twee tot drie jaren vooruit te kijken.
Naast een goede snoeitechniek moet men vooral veel KIJKEN. De diameter van de twijgen geeft de fruitteler informatie over de richting die de boom zelf wil uitgaan. Een juiste en tijdige inschatting van de dikte van de twijgen helpt ons bij de snoei.
Snoeien doen we in de winter maar beoordelen doen we in de zomer!
Jonagold blijft nog altijd een zeer belangrijke variëteit. Vertrekkende met een tweejarige knipboom geeft een goede start. In de volgende jaren moeten we ernaar streven om Jonagold te telen als druiven (trosvorm) op twijgen met een voldoende vitaliteit (zie foto 3). Dit zal ons toelaten om beter de diktemaat van de Jonagold in de hand te houden. Een goede snoeitechniek kan ons hierbij helpen.
We moeten door de groeikracht passeren om uiteindelijk tot een goede vruchtbaarheid te komen. Vormingssnoei tijdens de jeugdfase van de boom en vruchthoutsnoei zodra de boom in opbrengst komt, gekoppeld aan maximale belichting in de boom, vormen de basis van een goede snoei bij Jonagold.
Luc Dirix (*) en Tom Deckers (**)
(*) Studiekring Guvelingen VZW
(**) PCF-KOG (1)
(1) Onderzoekingen gesubsidieerd door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap