Tijdens de Nieuwjaarsvergadering van Studiekring Guvelingen trachtte Senator Erica Thijs uit Bilzen een antwoord te geven op deze penibele vraag.
Het is niet verwonderlijk dat Studiekring Guvelingen zich zorgen maakt over de ontwikkelingen, zowel in positieve als in negatieve zin, wanneer het nieuwe Europa er zal zijn. Immers, we weten dat de fruitteelt in Limburg een belangrijke plaats inneemt en dus is het een gezonde gewoonte na te gaan of de nieuwe ontwikkelingen ook een invloed hebben op ons werk, op onze omgeving.
De fruitteelt vandaag
In België zorgt de tuinbouw voor meer dan een kwart van de productiewaarde van de land- en tuinbouw en waarbij de tuinbouwactiviteit voor 95% in Vlaanderen is gelokaliseerd. Ruim éénvierde van de productiewaarde van tuinbouw bestaat uit fruit.
De laatste 10 jaar is de appel weer in een crisis terechtgekomen ondanks het feit dat we beschikken over een aantal troeven die anderen ons benijden, zoals ondernemingsgeest, centrale ligging in Europa, hoge productiviteit, …
Maar de fruitteelt is geen dode sector, de fruitteelt heeft voortdurend nieuwe input nodig, nieuwe ideeën en nieuwe evoluties.
Men werkt ook in de fruitsector niet meer zoals dertig jaar geleden en met de instroom van jonge fruittelers die goed opgeleid zijn en die een goede wetenschappelijke ondersteuning hebben kom je al een heel eind.
Maar hoe gaan wij inspelen op een internationale uitdaging, op de uitbreiding van Europa naar de nieuwe staten in het Oosten ?
Europa en de fruitteler
Het marktgericht maken van het Europees landbouwbeleid klinkt bij de Vlaamse fruitteler goed in de oren. De fruitteelt kent in de Europese Unie een zogenaamde lichte marktordening. De marktprijs bepaalt het inkomen van de Europese tuinder. Een aantal sectoren van de fruitteelt wordt regelmatig geconfronteerd met een structureel aanbod op de Europese markt.
De volgende oorzaken liggen hieraan ten gronde :
· vertraging van de consumptiegroei,
· toename van de concurrentie uit de nieuwe productiegebieden en van nieuwe producten,
· afbouw van de EU-bescherming ten gevolge van de wereldhandelsovereenkomsten (WTO),
· onvoldoende concentratie van het aanbod,
· ontwikkeling van de wisselkoersen (Afrika, Zuid-Amerika),
· toetreding van de Oostbloklanden.
Uitvoer van fruit uit België
De uitvoerwaarde van vers fruit bedraagt 599,5 miljoen euro (zuidvruchten niet meegerekend) in de volgorde van appelen, peren, aardbeien.
Duitsland is onze belangrijkste afnemer voor appelen, dan Nederland en dan Frankrijk. Bij de landen buiten E.U. is vooral Rusland een grote afnemer (oppassen als China de markt gaat veroveren !).
Voor peren is de uitvoerwaarde groter dan de invoerwaarde. Voor peren zijn de afnemers Duitsland, Nederland en Groot- Brittannië. Buiten de E.U. zijn dat Rusland en Noorwegen.
De aardbeien vormen een belangrijke exportfactor naar het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Nederland en Duitsland.
Belangrijk
Door de sterke Europese integratie zal de detailhandel in de tuinbouw verder geconfronteerd worden met de wensen van de grootwinkelbedrijven. Er gaan in Europa een 8 tot 10 grootwinkelbedrijven overblijven. Zij zullen de sterke inkopers vormen en hun eisen opleggen aan de sector. Dit moet op de voet opgevolgd worden.
Er komen 10 kandidaat-lidstaten bij met een bevolking van 105 miljoen inwoners en 16,5% van hun bevolking is werkzaam in de landbouw. Er is voldoende grond en er zijn voldoende goedkope arbeidskrachten aanwezig.
De vrees dat er onmiddellijk belangrijke concurrenten zullen opstaan moet niet zo groot zijn. Er is nog altijd een gebrek aan kapitaal en technische kennis om een competitieve fruitteelt te ontwikkelen. Vandaag kunnen hun producten niet echt concurreren met onze producten.
Belangrijk om in het achterhoofd te houden is het productiepotentieel dat ze hebben om uit te groeien. Op termijn zullen ze groeien. Maar ook de verkoop zal groeien. Dus, ...
Promotie
Belangrijk is dat men weet wat men te bieden heeft op de verbruikersmarkt van 400 miljoen inwoners. Groenten, fruit en sierteelten samen vertegenwoordigen minder dan 2,5% van het totale bestedingspatroon.
De strijd om de gunst van de verbruiker telt.
Normaal gezien zijn promotiebudgetten vrij klein. De resultaten zijn dus ook navenant. Het zou anders kunnen. Een goed voorbeeld is dat men dankzij campagnes in Groot-Brittannië de omzet van bananen verdubbeld heeft.
Het imago van de leverancier van kwaliteitsmiddelen moet in het middelpunt geplaatst worden.
Voor het buitenland moet de nadruk gelegd worden op de inkopende handelaar en voor het binnenland moet de nadruk gelegd worden zowel op de consument als op de handelaar.
De keuze van de media is afhankelijk van de financiële ruimte, van de distributiegraad en van de concurrentiële positie.
Hoe wapenen we ons voor de toekomst ?
Stabiel werkkader
Het bedrijf voor de toekomst zal een groter bedrijf zijn dan het huidig gemiddeld bedrijf. Dit betekent niet dat er enkel reuzenbedrijven zullen zijn. Gespecialiseerde fruitbedrijven vereisen een oppervlakte van 20 ha met een voldoende vernieuwing van het areaal.
Zeer grote bedrijven hebben niet per definitie een betere rendabiliteit dan middelgrote bedrijven omdat schaalvoordelen meestal slechts gelden tot een bepaalde oppervlakte. Vooral de gespecialiseerde bedrijven kunnen inspelen op de snelle vernieuwingen in de sector. Door de voortdurende technische en economische ontwikkelingen blijven de bedrijven up to date.
Waar moeten we dan naartoe ? Klassieke bedrijven worden best geörienteerd naar producerende bedrijven (dus enkel lichte bewaaractiviteiten maar geen sorteer- en pakactiviteiten). Bedrijven die ook nu al een jaar rond op de markt aanwezig zijn, kunnen dat gewoon blijven. Voor familiale bedrijven is het goed zich naar verschillende soorten fruit te richten.
Belangrijk is ook de voortdurende opleiding van de fruitboeren. Een permanente vorming staat boven aan de ladder. De ondernemerskwaliteit moet nog worden bijgeschaafd.
Wat de tewerkstelling betreft, is het van het grootste belang dat er een Europese politiek gevoerd wordt in verband met de tewerkstelling van de arbeiders in de tuinbouw en fruitteeltsector.
Iedereen is ervan overtuigd dat een niet geharmoniseerde sociale politiek in Europa leidt tot ontoelaatbare concurrentievervalsing. En toch staat Europa toe dat lidstaten specifieke regelingen uitwerken om hun eigen ondernemers een concurrentieel voordeel te bieden ten opzichte van hun binnenlandse collega’s. Dit moet stoppen. Daarom is het van het allergrootste belang dat de overheid zwaar investeert in Europees sociaal overleg met als doel om zo snel mogelijk te komen tot een geharmoniseerde politiek.
Administratie is een middel dat de overheid gebruikt om bedrijven te controleren. Het mag echter geen formulierendiarree worden. Er zijn zoveel regeltjes waaraan werkgevers en werknemers moeten tegemoetkomen dat het haast onmogelijk is, of dat men schrik heeft en zich vragen stelt of men ook wel in orde is. De motivatie verdwijnt op dergelijke wijze. Er moet een eenvoudige administratie komen.
Fruitteelt dient in de aangewezen gebieden zonder voorbehoud erkend te worden als volwaardige economische sector. Een stabiele en betaalbare voedselvoorziening is voor een bevolking even strategisch als de beschikbaarheid van drinkbaar water of elektriciteit. Globalisering of Europeanisering van de landbouwmarkt vormen geen sluitende waarborg op de voedselvoorziening bij incidenten (misoogst, ziekte, besmetting, ...) en zelfs binnen de stabiele context van de Europese Unie is de noodzaak tot risicospreiding politiek onbetwistbaar.
Normeringsgebruik naar product, productie en ruimtelijk ordening
In België heeft men altijd veel aandacht gehad voor kleur, uniformiteit, presentatie, maar belangrijk is ook aandacht te hebben voor de interne kwaliteit. Momenteel bestaat het appelaanbod van België voor drievierde uit Jonagold. België is goed voor 40% van de E.U. Jonagold productie. Het is van belang tijdig met nieuwe variëteiten op de markt te komen.
Wat de perenproductie betreft heeft men schrik voor een overaanbod op de Europese markt.
Aangaande de kwaliteitscontrole is het belangrijk dat een onafhankelijk controlemechanisme die normeringen, toegelaten residuwaarden, kwaliteits- en veiligheidsstandaarden beheerst. Dit mechanisme dient niet alleen inlandse productie te toetsen maar moet hier vermarkte buitenlandse import aan de hand van een minimum opgelegd aantal staalnamen per hoeveelheid ingevoerd product objectief controleren, ongeacht de fruitsoort.
Duurzame fruitproductie
De praktijkgerichte investeringen van overheid en sector in middelen en mensen dienen aan de volledige fruitsector ten goede te komen, waarbij elk onderdeel zijn rol kan vervullen en zich specialiseert om een win-win situatie te creëren.
Differentiatie en vernieuwing door continue verjonging van het areaal en diversificatie in de variëteiten dringen zich op, zonder dat de klassieke rassen hierdoor hun waarde zouden verliezen : de inlandse fruitteelt moet haar voorsprong in Europa van deze klassieke rassen behouden.
Commercialisering en marketing
De telersverenigingen, veilingen door de Europese Commissie aangewezen, zijn het instrument om de nieuwe gemeenschappelijke marktordening in de praktijk te realiseren. De telersverenigingen moeten via hun leden een sectordiscipline tot stand brengen die het opportunistisch individueel eigenbelang overstijgt. Hierdoor zullen telers aangestuurd worden om marktgericht te produceren met oog voor de wensen van de verbruiker.
Het is belangrijk dat de Vlaamse kwaliteitsproducten zich onderscheiden van de massaproducten en van de importproducten. Indien men de concurrentie enkel wil aangaan op basis van de prijs is Vlaanderen met hoge loonkosten bij voorbaat in een moeilijke positie ten aanzien van Oost-Europa, Zuid-Amerika en Afrika.
Niettegenstaande de budgetten ter promotie blijkt toch vaak onderconsumptie.
Bij gezinnen blijft de verkoop van appelen stabiel. Het valt op dat gezinnen zonder kinderen en –35-jarigen een onderconsumptie vertonen.
Door het positioneren van één keurlabel zou men de consument een gegarandeerde standaardkwaliteit moeten kunnen bieden.
Varia
Er zou een tussenkomst in de hagelverzekering moeten kunnen voorzien worden. Binnen de Europese Unie is men immers een voorstel aan het uitwerken voor een inkomensverzekering. Door de Europese Commissie is de hagelverzekering gekoppeld aan deze inkomensverzekering, waardoor het hageldossier naar het achterplan verschoven is. Voorgesteld wordt dat vanuit de Europese Unie dringend werk wordt gemaakt van deze inkomensverzekering, of toch alleszins van een tussenkomst op de hagelverzekering, waardoor het teeltrisico voor de fruitteler sterk verminderd kan worden.
Aanbevelingen
· De overheid moet meewerken om een bedrijfsvriendelijk klimaat te scheppen. Dit houdt de nodige rechtszekerheid in. Deze houding zal bepalend zijn voor de internationale positie. De sociale wetgeving moet ruimte bieden om arbeiders volgens een geëigend regime in de fruitteelt tewerk te stellen.
· De doorgroei naar gespecialiseerde bedrijven is noodzakelijk voor het behoud van een centrumfunctie in de toekomst.
· De Vlaamse regering moet bij de regionalisering het gevoerde efficiënt en praktijkgericht onderzoek onverminderd verderzetten.
· Het is de sector ernst om de milieu- en arbeidsvraagstukken op te lossen vanuit een marktgericht handelen, waarbij resultaten behaald worden vanuit rationele keuzes op bedrijfsniveau. De nodige stimuli (VLIF, fiscaliteit, tewerkstelling) moeten geboden worden om een echt ondernemingsvriendelijk klimaat te scheppen. .
· Verdere expansieruimte creëren voor Conference op de wereldmarkt en voor kwaliteitsaardbeien op de Engelse en de Noord-Oost-Europese markt.
· De teelt van houtig kleinfruit, kersen en van aardbeien bieden mogelijkheden voor kleinere bedrijven waar eigen arbeid sterker kan gevaloriseerd worden. Daar België slechts een klein productiegebied is op wereldvlak, is het van groot belang om op te treden als één geheel. Versnippering is verlies aan concurrentiekracht. Niet alleen de producenten maar ook de veilingen moeten samenwerken en dit ook en vooral op commercieel vlak.
· De exportstructuren moeten op korte termijn de opportuniteit exploiteren die gecreëerd wordt door de commerciële draaischijf die België vormt voor de in- en uitvoer van fruit. Onze eigen producten moeten geïntegreerd worden in deze handelsstromen. De veilingen moeten erover waken dat de exporteurs gebruik maken van deze marktkans.
· Telers die getroffen worden door extreem slechte weersomstandigheden (vorst, hagel, …) moeten beroep kunnen doen op een tussenkomst, eventueel via één of andere vorm van inkomensverzekering waarin de overheid (GMO) tussenkomt.
· Er moet samengewerkt worden om steekhoudende marketingstrategieën en rassenvernieuwing uit te bouwen.
· De overheid moet voldoende financiële ondersteuning verstrekken voor toegepast wetenschappelijk onderzoek en proeftuinwerking.
· Ook in de fruitteelt moet effectief werk worden gemaakt van de door de overheid toegezegde administratieve vereenvoudiging.
· Op Europees niveau is het noodzakelijk snel en degelijk werk te maken van de harmonisatie van de verschillende stelsels van tewerkstelling van arbeiders in de tuinbouwsector.
· Er moet dringend werk worden gemaakt van de Europese harmonisering van de regelgeving op residu’s.
· In het algemeen dient de overheid een positieve discriminatie in te bouwen voor deze telers die de sectordiscipline respecteren en die hiervan de financiële consequenties ten laste nemen.
Eddy LECLERE,
Studiekring Guvelingen