Een blik op appel- en perenkwaliteit: van ver en van heel dichtbij…
Donderdag 13 mei 2010 om 08u52, door Eddy Leclere
Is er iets mis met de kwaliteit van ons fruit dit jaar? De meningen erover zijn verdeeld en dat geeft al aan dat de kwaliteit niet supergoed is. De ene partij is al wat beter dan de andere maar hier en daar valt toch wat over op te merken… Wat vooral opvalt zijn getinte vruchten bij peer en een toch soms tegenvallende houdbaarheid bij appel. Bovendien zijn de peren, vooral de gladde vruchten, dit jaar weer gevoeliger voor zwarte vegen, net zoals in 2006. Echte fysiologische problemen, zoals schilbruin of inwendig hol, doen zich dan weer zeer weinig voor. Tijd voor een stand van zaken.
De fruitboom: een complex geheel
Het ondergronds en bovengronds deel van een fruitboom vormen een complex samenwerkend productiesysteem. Wortels zijn afhankelijk van de scheuten voor hun koolhydraten en andere organische voedingsstoffen en scheuten hangen op hun beurt weer af van de wortels voor water en mineralen. Dus elke factor die op korte termijn direct inwerkt op één van beide systemen, kan op lange termijn indirect veranderingen veroorzaken op de hele plant. Water is zo’n factor. Water speelt immers een sleutelrol in de fysiologische processen van de plant. Planten moeten water uit de grond “trekken” en deze trekkracht wordt gedefinieerd als waterpotentiaal. Die trekkracht wordt in de plant, in het xyleem en op de celwanden van alle cellen van de boom, ervaren als een spanning. Wanneer de boom te hard moet trekken om water op te nemen, omdat ofwel de bodem te droog is, of omdat zijn wortelgestel niet is aangepast aan de toestand van de bodem (bv. pas gewortelsnoeid en dan plotse droogte), dan wordt de spanning in de boom te hoog: de druk (turgordruk) in de plantencellen zakt dan en dit kan in extreme gevallen leiden tot bijvoorbeeld het slap hangen van het blad. Een boom met droogtestress zal minder groeien en kleinere vruchten produceren van mindere kwaliteit want tezamen met het water worden ook voedingsstoffen vervoerd naar blad en vrucht. Dit heeft ongetwijfeld ook bij ons een rol gespeeld in de zomer van 2009…
Getinte peren
Al bij de oogst was het te verwachten dat we dit seizoen geen “grasgroen” Conference-jaar zouden krijgen. Bij de ingangscontroles op de veilingen scoorden opvallend veel meer partijen geel-groen dan vorig jaar (25% t.o.v. 9%). Er zijn hiervoor verschillende oorzaken te bedenken maar enkele liggen voor de hand. Allereerst is er de droge augustus- en septembermaand: vooral percelen die niet beregend konden worden hebben hiervan geleden. Bovendien was augustus ook uitzonderlijk warm en zijn de peren uit de koppen flink doorgerijpt. Ondanks het advies om deze peren apart te plukken en bewaren, wordt dit niet steeds gedaan. Indien niet streng wordt uitgesorteerd kunnen dergelijke sterk aangerijpte peren een goede groene partij meteen een veel minder aantrekkelijke aanblik geven.
En hoe zit het met de zeer hoge kaliumgiften? Hierin moet men ook niet overdrijven. Bovendien kan het nuttig zijn om ook bij peer aan calciumbladbespuitingen te denken. De eerlijkheid gebiedt ook te zeggen dat ongeveer een kwart van de peren werd aangevoerd na het optimale plukvenster.
Warme augustusmaand: heterogene partijen vruchten
Een vrucht die bij 27° aan de boom hangt heeft, als ze in de schaduw hangt een schiltemperatuur van 30°C en een vruchtvleestemperatuur van 27°C. Als diezelfde vrucht in de zon hangt bij 27°C dan heeft haar schil een temperatuur van 40°C en het vruchtvlees 30°C (Woolf & Ferguson, 2000). Het effect van dit temperatuurverschil moet men niet onderschatten: de vruchten die in de zon gehangen hebben zullen eerder zonnebrand en glazigheid vertonen. Deze glazigheid zagen we dit jaar bij de oogst en op dit moment zien we hier en daar partijen met vruchtvleesbruin aan 1 zijde van de vrucht, typisch een symptoom van verdergezette glazigheid in bewaring. Al met al zorgt een dergelijke oogst ervoor dat er in een goede partij vruchten ook een aantal minder goede vruchten sluipen, hetgeen de partij heterogener maakt.
Hardheid en houdbaarheid van appel
In 2008-2009 was de houdbaarheid van appel (Jonagold) goed. De vruchten verloren in de bewaring ongeveer 1 kg/cm² aan hardheid hetgeen zeer normaal is. In het seizoen 2009-2010 verliezen de vruchten iets meer hardheid tijdens bewaring maar in de uitstalfase doen ze het dan weer erg goed. Toch zijn er consumenten die dit jaar dat ietsje meer missen in onze appelen. Het is moeilijk om er de vinger op te leggen wat men juist mist: de vruchten zijn erg rijk aan suiker: met 13 à 14% zeker niet een slecht jaar, de hardheid is in orde, ze zijn niet melig, zelfs de zuurheid lijkt op niveau.
De toekomst: sorteren op inwendige kwaliteit met X-stralen
We zouden dergelijke heterogene partijen in de toekomst liefst willen vermijden. Dit kan door te sorteren op inwendige kwaliteit. Het ontwikkelen van inwendige schade gaat immers vaak gepaard met wijzigingen van de microstructuur van het vruchtweefsel. Bij bruinverkleuring gaan cellen kapot, bij holtevorming ontstaan zelfs gaten in de vrucht en bij glazigheid raken de ruimten tussen de cellen verzadigd met een waterige oplossing. Bij deze defecten zal de dichtheid van het weefsel dus telkens (lokaal) veranderen. Net die eigenschap zorgt ervoor dat deze kwaliteitsveranderingen met behulp van X-stralen gedetecteerd kunnen worden. VCBT en BIOSYST-MeBioS onderzoeken belangrijke inwendige defecten van appel en peer in een gecombineerde tomografie- en radiografie-aanpak. Een voorbeeld hierin is de detectie van glazige weefsels met X-stralen. Hiervoor werden appels afkomstig uit Spanje (Zaragoza) met geïnduceerde glazigheid onderzocht met X-stralen µCT (micro-Computed Tomography). Hierbij werden 180 radiografische beelden gemaakt vanuit verschillende hoeken en gecombineerd om gedetailleerde inwendige informatie te reconstrueren.
De vrucht vertoonde uitwendig een normaal uitzicht (Figuur 2). Op basis van de niet-destructief gemeten dwarsdoorsneden konden echter afwijkende weefsels gedetecteerd worden. Deze bevindingen werden bevestigd na de vrucht door te snijden en beide beelden te vergelijken.
Online bepaling van kwaliteit: snelheid en betrouwbaarheid zijn sleutelwoorden
Dankzij dergelijke niet-destructieve methoden wordt het in principe mogelijk om elke vrucht van een partij individueel te evalueren en te sorteren op basis van interne vruchtkwaliteit. Een opstelling met deze technologie zou kunnen toegepast worden langs een sorteerlijn, waarbij zowel de snelheid als de betrouwbaarheid van de meting belangrijke factoren zijn.
In de voordracht op de studiekring van Guvelingen van 14 mei zal ingegaan worden op de stand van zaken van de kwaliteit van de vruchten en het onderzoek omtrent online inwendige kwaliteitsbepaling met X-stralen.
Ann Schenk
Vlaams Centrum voor Bewaring van Tuinbouwproducten
Reacties
Je kan de eerste worden die een boodschap in ons gastenboek achterlaat...